Vertalingen cumplir con ES>NL
cumplir con (ww.) | overtrekken (ww.) ; verhoren (ww.) ; vergunnen (ww.) ; uitvragen (ww.) ; uithoren (ww.) ; toewijzen (ww.) ; toestaan (ww.) ; toekennen (ww.) ; toebedelen (ww.) ; bedekken (ww.) ; overhoren (ww.) ; ondervragen (ww.) ; naleven (ww.) ; inwilligen (ww.) ; iets toekennen (ww.) ; gunst verlenen (ww.) ; gunnen (ww.) ; bekleden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `cumplir con`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: accederES: acceder aES: accedidoES: aceptarES: adjudicarES: admitirES: ahorrarES: aprenderES: asentir aES: atender